SPRAAK- EN TAALSTOORNISSEN
Problemen op vlak van taal en articulatie
Spraakstoornis
Bij articulatiestoornissen worden spraakklanken vervangen, weggelaten en/of vervormd. Soms worden meerdere spraakklanken foutief geproduceerd. Ook zijn er moeilijkheden met het gebruik van spraakklanken als drager van betekenis (fonemen).
Soms gaat het om fouten tegen één of slechts enkele spraakklanken zoals [s], [z], [r], [k], [t], [l], … . Het gaat in dit geval om foutieve gewoonten. Articuleren is een vaardigheid die geleerd moet worden. Sommige kinderen hebben daar problemen mee: ze leren de spraakklanken niet, onvoldoende of foutief.
De kleuterleeftijd is erg belangrijk voor het verwerven van de articulatievaardigheid. Een kind moet op de leeftijd van 5 jaar alle klanken correct kunnen uitspreken. Het is belangrijk dat een kind alle klanken juist articuleert alvorens de overstap naar het eerste leerjaar te maken, dit in het belang van het leren lezen en schrijven. Het is daarom dan ook belangrijk om tijdig met een articulatietherapie te starten.
Taalstoornissen
Voor een normale taalontwikkeling dient het kind te beschikken over intacte spraakorganen, goede aandacht en concentratie, goed gehoor en gezichtsvermogen, normale intelligentie, voldoende taalaanbod en een goede motorische ontwikkeling.
Globaal verloopt de taalontwikkeling als volgt:
- 0-1 jaar: veel en gevarieerd brabbelen
- 1-2 jaar: een aantal onvolledige woordjes produceren
- 2-3 jaar: minstens 2-woorduitingen, niet altijd met volledige woordopbouw
- 3-4 jaar: 3- tot 5-woordzinnen, de grammaticale structuur is nog niet correct
- 4-5 jaar: goede enkelvoudige zinsstructuren, bijna alle spraakklanken zijn gekend
- 5-6 jaar: goede samengestelde zinnen, alle spraakklanken zijn gekend
Bij een aantal kinderen kent deze ontwikkeling een vertraagd of afwijkend verloop. We spreken dan van een primaire taalstoornis.
Een taalstoornis situeert zich op verschillende vlakken:
- de ontwikkeling van de taalvorm
- taalinhoud
- taalgebruik